Saint Julien de Peyrolas, eindpunt van de Gorges van de Ardèche.

Je zou het nu niet meer zeggen, maar de vesting heeft een serieuze aanval zonder enige moeite doorstaan. Tijdens de godsdienstoorlogen in de tweede helft van de zestiende eeuw hadden de protestantse troepen van admiraal de Coligny, van de prins van Condé en van Hendrik van Navarra (de latere Franse koning Hendrik IV) de Languedoc veroverd.

Aangezien het Franse platteland in vroeger tijden nogal onveilig werd gemaakt door allerlei rondzwervende roversbenden en ander gespuis verdeelde de admiraal zijn troepen in tweeën. Een deel zou via Vallon Pont d'Arc naar het noorden gaan, een ander deel via Saint Martin d'Ardèche. Bovendien kon hij op die manier natuurlijk een groter gebied veroveren. Om de oversteek van de Ardèche naar Saint Martin d'Ardèche mogelijk te maken, was het nodig om eerst Saint Julien de Peyrolas te veroveren, zodat er een vrij schootsveld over het dal van de Ardèche en van de Rhône zou zijn.
Ondanks een wekenlange belegering en hevige bombardementen hield het kleine vestingstadje stand en de admiraal moest uiteindelijk zijn aspiraties om half Frankrijk te veroveren opgeven.
In de negentiende eeuw werd er, vanwege de strategische ligging, een belvédère aangelegd en van daar af hebt u tegenwoordig een fantastisch uitzicht over het dal van de Ardèche en van de Rhône en bij helder weer zelfs op de Alpen en de Mont Ventoux.
In de omgeving van Saint Julien de Peyrolas wordt veel fruit geteeld, waaronder kiwi's, abrikozen en kersen. Daarnaast worden er veel asperges geteeld en die zijn vanaf eind maart/begin april te koop in allerlei stalletjes langs de weg.